De ‘vrije man’ zoeken. ‘Met een man in de rug’ de bal aannemen. Zelfs weleens, per ongeluk, de ‘doelman’. Zomaar wat termen die televisiekijkers kunnen horen tijdens een voetbalwedstrijd – van vrouwen. Nu vrouwensport zowel qua publieke belangstelling als commercieel groeit, roept dat vragen op: zijn er geen andere termen? Gaat het huidige jargon op de schop?
Commentator Frank Wielaard deed enkele weken geleden verslag van Ajax – Paris Saint-Germain in de Women’s Champions League. Hij had het bijvoorbeeld over die ‘vrije man’. Als hem ernaar wordt gevraagd, zegt Wielaard dat hij en zijn collega’s er vaak over nadenken, en met elkaar bespreken wat „comfortabel voelt”. Wielaard volgt het voetbal voor vrouwen sinds 2011 „in grote lijnen” voor de NOS, coacht een meidenelftal bij Sportclub Lochem en zit sinds het EK van 2017 „midden in de sport”.
In de aanloop naar het EK van 2017 vroeg hij aan een paar internationals welke termen hij het beste kan gebruiken in zijn commentaren. Maakte het uit of hij ‘keeper’, ‘keepster’ of ‘doelvrouw’ zei? Hoe stonden zij tegenover ‘een mannetje in de rug’? Wielaard: „Ze zeiden dat ze met die termen zijn opgegroeid in het gemengde amateurvoetbal. Het maakte ze niks uit.”
Wielaard vindt het leuk om „met taal te spelen”, zegt hij, maar hij zal nooit geforceerd woorden als ‘vrouw’, ‘mens’ of ‘tegenstandster’ gebruiken. Laat staan termen als ‘de vrije ploeggenoot’ of ‘persoonsdekking’. „Iedereen zou me uitlachen! Je ziet toch dat het vrouwen zijn? En de speelsters hebben geen last van mijn taalgebruik. Hooguit krijg ik nu en dan commentaar op sociale media van mensen die de sport op grote afstand volgen.”
Women Inc., een organisatie die zich inzet voor ‘gelijke kansen tussen mannen en vrouwen’, deed het afgelopen half jaar onderzoek naar tv-commentaar tijdens het WK voor mannen van 2022 in Qatar en het WK voor vrouwen van 2023 in Australië en Nieuw-Zeeland. De resultaten moeten nog verschijnen, zegt redacteur Femke van Heun, maar duidelijk is al wel dat de nadruk op tv, meer dan in de geschreven pers, ligt op het vertoonde spel en minder op randzaken. Daardoor is er ook minder ruimte voor stereotyperingen.
Vrouwelijke rolmodellen
Eerder publiceerde Women Inc. een onderzoek met de naam ‘scoren zonder stereotypen’, waar onder meer voorbeelden werden genoemd van stereotyperend taalgebruik in de media. Er kwam onder meer een artikel over international Lieke Martens aan de orde dat in NRC werd gepubliceerd. Daarin waren woorden van een oud-ploeggenoot geparafraseerd, die vertelde dat Martens in haar jonge jaren niet onderdeed voor de jongens. „Vaak was ze de beste van het veld. Alleen aan haar wapperende paardenstaart kon je merken dat ze een meisje was”, stond er.
Women Inc. was er kritisch op. Want eigenlijk stond hier, schreven de onderzoekers: het is prijzenswaardig wanneer een vrouw zoveel talent heeft dat ze kan meevoetballen met de mannen en het (bijna) niet zichtbaar is dat ze een vrouw is. Dat is wat Van Heun in ons gesprek „asymmetrisch taalgebruik” noemt.
Lees ook
een profiel van Michele Kang, de vrouw die drie voetbalclubs opkocht in een paar jaar tijd
‘Een vrouwtje vrij’?
Een kwestie van socialisatie, noemt Agnes Elling, senior onderzoeker bij het Mulier Instituut, dat soort reacties van voetbalsters. „Ik weet dat vrouwen er volop aan meedoen. Ik spreek hen er ook wel eens op aan als zij mannelijk jargon gebruiken: zie jij hier een man rondlopen? Maar vrijwel alle sporten zijn ontwikkeld door en voor mannen. Daarom is de mannelijke variant de norm.”
Iemand die er dubbel in staat, is oud-international en tv-analist Leonne Stentler. Ook zij is met die mannelijke terminologie opgegroeid. Ze beseft dat ze over vrouwenvoetbal spreekt op basis van de norm die ooit gesteld is en waarin zij is meegegaan. En dat is best gek voor een vrouw die zichzelf feministisch noemt. „Maar moet ik dan zeggen dat er ‘een vrouwtje vrij staat’? Of dat iemand ‘een vrouw in de rug heeft’? Ik merk dat ik daar best moeite mee heb. Zeker omdat de speelsters zelf dat mannenjargon ook niet raar vinden.”
Ze is er niet uit of er nieuw jargon moet komen voor het vrouwenvoetbal. „Al wil ik mensen wel oproepen om mooie termen te bedenken om te kijken of we tot een nieuwe norm kunnen komen. Want oké, ik geef toe: in essentie is het gek om over mandekking te spreken als je alleen maar vrouwen op het veld ziet staan.”
Taal is altijd in ontwikkeling, vindt ook Wielaard. „Misschien is het over tien jaar anders. Daarom ben ik er elke dag mee bezig. Het viel me laatst op toen een beginnende collega ‘doelman’ zei in een vrouwenwedstrijd. Maar ik weet óók dat ik er redelijk vast in sta. Dit doe ik wel, dit niet. Ik zal het nooit iedereen naar de zin kunnen maken.”